Nederlanders zijn er goed in: klagen. Het weer is nooit goed, het is te warm of te koud. We vinden dat anderen niet doorrijden, of we vinden ze asociaal omdat ze ‘als een gek’ door de straat rijden. Het eten is te zout, of te flauw. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Soms heb ik ook van die klaagbuien. Ik kan er soms helemaal in opgaan en ach wat vind ik mezelf dan zielig. En het lijkt wel dat als je eenmaal begint met klagen, het ook allemaal steeds erger wordt. Alsof alles dan ineens tegen je is en niks meer loopt zoals het zou moeten.
Klagen vreet energie. Je ziet alleen nog maar wat er niet goed gaat. En de dingen die wel goed gaan nemen we voor lief. Die vallen ons niet meer op. En je raadt het al, als het zoveel energie kost, wordt je ook meer moe, en dan wordt je nog vatbaarder voor het klaagvirus.
Wat helpt is dat je probeert de dingen op te merken, maar er neutraal tegenover te gaan staan. Verbindt er geen negatieve gevoelens aan. Als het dan zo warm is, zoals deze dagen, denk dan: het is warm. Laat het daarbij. En denk dan vervolgens niet: pff, ik zweet als een otter en ben zo loom! Dan maak je het weer negatiever voor jezelf. Probeer iets gewoon te constateren en het er te laten zijn.
Dit helpt ook bij het klagen over andere mensen. Als iemand nalatig is, constateer dat dan. Je kunt best ‘beoordelen’ dat je dat stom vindt, maar ‘veroordeel’ die ander niet gelijk. Geloof me, dat scheelt bakken met energie!
Het helpt mij ook om uit mijn klaagbankje op te staan door te kijken naar wat er wél goed gaat, wat ik wél heb en wat er wél leuk is. Wees dankbaar! En om te zorgen dat je die positieve dingen ziet, kun je een dankbaarheidslijstje bijhouden. Als je dat gaat doen, dan ga je zien dat meest ‘normale’ dingen eigenlijk geschenken zijn waar je dankbaar voor mag zijn.
Laten we met z’n allen wat zonniger naar het leven kijken. Het werkt namelijk aanstekelijk!